Een kind dwingen

FiIk wil in deze blogpost graag wat vertellen over ‘dwingen van kinderen’ in de wereld waar wij hier leven. Ik constateer bij erg veel ouders met een hoger bewustzijn, dat ‘dwingen’ not done is, traumatiserend zou werken op het kind en de harmonie in het gezin zou vernielen. Als voorbeeld daarvan wordt vaak het boek ‘Op zoek naar het verloren geluk‘ van Jean Liedloff gebruikt.

Ik dwing mijn kinderen
Ik dwing mijn kinderen. Bijvoorbeeld als het gaat om fysieke veiligheid. Daar begin ik mee als het kind kan lopen en we de straat op gaan. Ik heb dit met alle drie de kinderen gedaan en ik kan het u aanraden. Het is namelijk ontzettend goed, verbindend, fijn en leuk om te doen. En wat mij betreft volstrekt noodzakelijk. Hoe werkt het? Dwingen betekent voor mij authentiek aansturen van mijn kind, wetende dat mijn kleine kind daar behoefte aan heeft.

Dwingen t.a.v straatmanieren
Ik stap met mijn kind, dat net kan lopen, van ons tuinpad de stoep op. Ik heb het kind eindeloos in de doek gedragen op straat dus de buitenomgeving is bekend maar als je als kind nu zelf loopt is alles ook weer nieuw. Wat ik leerde van Jean Liedloff is dat mijn kind achter mij aan zou moeten willen hobbelen. En ik zou er onverstoorbaar vooruit lopen.

Community
Dat is niet helemaal toepasbaar in de omgeving waar ik leef. Jean komt tot haar conclusie nadat ze stammen in de rimboe observeerde. Op de eerste plaats komt het nieuwe wezen daar een solide community binnen waar elk lid van die community een natuurlijke plek heeft. De nieuwkomeling komt dus een fundamenteel andere omgeving in dan mijn kind, die deel uit maakt van een ploegje van twee volwassenen.

Iedereen in die stam is hecht met elkaar verbonden en als het handeltje een wandeling gaat maken hobbelen de kleine kinderen die kunnen lopen achter de ploeg aan. Niemand let op hen. De community gaat er volledig vanuit dat de kleine zich zal redden. En dat zal het, omgeven door zo’n energie en zo’n diep groepsbesef. Als het valt raapt niemand het op. Dat kan het zelf. Maar als er een roofdier zou komen staat de groep als 1 organisme klaar voor de kleine.

Opvoeden zonder community
Als ik met de kleine de straat over steek zijn er auto’s, bussen en fietsen die met een iets grotere snelheid dan wij in ons systeem hebben, onverwachts langs kunnen komen razen. En ik ben alleen met de kleine. Er is geen community die ons draagt. Mijn kind hobbelt dus zeker enige tijd achter me aan, om vervolgens de pleiterik te maken. Hem negeren staat daardoor ongeveer gelijk aan een auto-ongeluk.

Dat moet anders.

Hoe dwing ik
Ik zet de kleine op de rand van de stoep. Ik ga door mijn knieën. Ik maak oogcontact; we voelen elkaar nu tot op het bot. Ik zwijg. Tijdens deze hele programmering (hetgeen ik ook dwingen noem omdat het buiten de cognitieve wil van de kleine om gaat) zwijg ik. Alles gaat via het hart, via energie. Ik kijk links en wijs. De kleine volgt mij en kijkt ook links. Dan kijkt hij me aan. Ik lach en kijk dan naar rechts. De kleine kijkt ook naar rechts. Daarna kijken we elkaar aan. Van rechts komt een auto. Ik wijk en schud mijn hoofd. We blijven op de rand van de stoep staan. Geboeid volgt de kleine dit alles. Hij heeft nog geen idee waar dit alles over gaat. Maar onze posities zijn natuurlijk en duidelijk: ik bepaal en hij laat zich graag leiden.

Ik kijk hem weer aan. Onze harten stromen weer over. En ik kijk weer links, hij ook. Oogcontact. En weer rechts, hij ook. Oogcontact. Geen auto. Ik kijk hem aan, knik blij, sta op en pak zijn hand. We steken over, rustig. Aan de overkant springen we op de stoeprand en keren om. Ik ga door mijn knieën. Ik maak oogcontact. We voelen elkaar tot op het bot. En zo gaat het door. Zo  gaat het minstens een uur door, anderhalf uur door.. net zolang tot ik intuïtief weet dat de kleine het heeft ingenomen. Totaal.

Dwingen is programmeren vanuit het hart
Voor mij dan. Zaken die niet door een community gedragen kunnen worden omdat die community er simpelweg niet is, moeten in deze wereld worden in geprogrammeerd. Met liefde en vanuit liefde. Zoals het leren stil staan bij een stoep en oversteken als IK dat zeg. Het inprogrammeren dat in een community van nature gebeurt, vraagt in onze samenleving van vandaag de dag extra aandacht.

No way dat het me uitmaakt wat het kind in zo’n moment wil. Niet aan de orde dat het kind naar de overkant wil omdat daar een leuk hondje is. Of omdat het kind het zelf wil doen. Niet aan de orde.

Nu gaat het hier om fysieke veiligheid. Ik train met mijn kids net zolang tot zij over de stoep kunnen draven en exact weten wanneer zij moeten stoppen. Helemaal bij onoverzichtelijke situaties zijn ze zwaar getraind. Zij draven…. onbekende situatie….. en daarom kijken ze naar mij om en ik schud ‘nee’. Daarom blijven ze staan. Stokstijf. Ik draaf nooit achter een klein lijfje aan over de stoep, de weg of waar dan ook… Zij hebben mij te volgen. Zij hebben mij te gehoorzamen. En vanuit hun biologie, dus vanuit hun wezenlijke verlangen naar begeleiding, doen ze dat graag!

Het dwingen van een kind is dus, in deze wereld, in bepaalde situaties volstrekt normaal.

En natuurlijk. En noodzakelijk.

Dwingen is eigenlijk een verkeerd woord. Dwingen is meer het tegemoet komen aan een diep verlangen van het kleine kind: wijs mij de weg. Dus sturing en leiding krijgen van een authentieke, krachtige, rechtvaardige volwassene met wie het kind zich diep kan verbinden. Het gaat om de energie, om de wezenlijke authenticiteit van de volwassene.

Opgroeien in een community
Als je als kind opgroeit in een community, ben je als klein kind onderdeel van een groep. Iedereen in die groep is gelijkwaardig maar niet gelijk. Volwassenen nemen een andere positie in dan kleine kinderen of adolescenten. Ieder heeft zijn plek, zijn taken en zijn verantwoordelijkheden. Die veranderen bij het opgroeien. Iedereen in zo’n community wordt gedragen door de groep. Als je je onderwerpt aan de groep en de regels ervan. Als je je plek inneemt en doet wat je moet doen om de groep te laten overleven. Het kan niet zo zijn dat een groepslid de hele groep in gevaar mag brengen. Dat noemen we inordenen. Een kind moet zich kunnen inordenen. Dat wil zeggen: het kind moet de gelegenheid krijgen zich in te ordenen! Dat is een natuurlijke behoefte die ouders moeten afdekken

De groep  heeft dus uitgesproken en onuitgesproken regels die alle draaien om in-ordening. Daar heeft iedereen zich aan te houden. Bij de Indianen bijvoorbeeld werden die regels gehandhaafd door de groepsoudsten: de mensen met de meeste levenservaring en wijsheid. Een kind en een groepsoudste zijn dus niet aan elkaar gelijk. Het kan niet bestaan dat een kind de groep leidt. Daar heeft het het bewustzijn, de vaardigheden en het inzicht niet voor. Dus een volwassene heeft een fundamenteel andere plek in de groep omdat hij staat is om een complexiteit te overzien en het kleine kind niet. Ook als die uit slechts drie mensen bestaat. De volwassene leidt de club. Als het goed is. Dat is in mijn visie volkomen natuurlijk. Anders te bedenken is het verstoren van de groepsorde en het aanjagen op wanorde.

Laag bewustzijn van het kind: niet in staat complexe situaties te overzien
Een klein kind is niet in staat zich in een groep in te leven en de belangen van de groep te zien. Een klein kind denkt zelfs niets eens over zichzelf na. Dat kan het niet. ‘Gut, waarom doe ik dat nou en zou ik dat anders kunnen doen?’ is een vraag die pas gesteld kan worden als de hersens volgroeid zijn. En dat begint zo rond het 18 levensjaar in onze maatschappijen. Kleine kinderen zijn dus egocentrisch: op zichzelf gericht. Als het goed is, is een volwassene op meerdere mensen gericht en niet alleen op zichzelf. Dat heeft de volwassene geleerd in een community, omdat het als klein kind een klein plekje in mocht nemen in de groep, passend bij zijn bewustzijnsontwikkeling van dat moment. Als het bewustzijn groeit, wordt zijn plek ook groter, met meer verantwoordelijkheden.

Vanzelfsprekendheid
Als je opgroeit zonder die community zijn dit soort zaken niet langer vanzelfsprekend. Er valt een gat. Er valt ineens een enorme energetische en liefdevolle  vanzelfsprekendheid weg, een basale veiligheid. Toch ben je nog steeds dat kleine kind dat alleen maar op zichzelf gericht is. Hoe moeten je ouders die vanzelfsprekende plek, die kleine plek die precies bij je past en die niet te groot en niet te klein is, nu voelbaar, ervaarbaar voor je maken?

Hier doen we dat zo!
Door heel veel zaken vanzelfsprekend te laten zijn en die zaken ook met een vanzelfsprekende energie te leven, krijgen kinderen dat veilige gevoel in hun lichaam dat alles op orde en dus in orde is. Dat is wat we in kleuterklasjes met een goede juf kunnen waarnemen. Juf vraagt aan de  kinderen: ‘Zo, en wat doen we na het voorlezen?’ De jassen pakken, schoenen aan en in de rij gaan staan. En hup, daar gaan de kinderen. Als vanzelfsprekend. Ik hoor veel ouders verwonderd zeggen: ‘Nou ja, thuis doet ze dat niet en als juf het zegt wel.’ Vreemde ogen dwingen? Nee, een goede juf heeft dat vanzelfsprekende in zich. ‘Hier doen we dat zo’.

Onderdeel van een groep
Waarom vinden kinderen dat heerlijk? Omdat ze zich vanuit hun natuur als een onderdeel ervaren van de groep. Dat is wat hun bewustzijn in hen wakker roept. Thuis zijn is bij de groep zijn, onderdeel van de groep zijn. Ze ervaren zichzelf nog niet als een op zichzelf staand individu met eigen wensen. Dat is een stadium verder.

‘Omdat ik het zeg’, zijn voor het jonge kind dus volkomen vanzelfsprekende woorden die waarheid zijn als de volwassene ze met die natuurlijke vanzelfsprekendheid zegt. Daarom huppelt zo’n kind de gang op. Het wordt goed geleid. Juf begrijpt waar de kleine kinderen zich bevinden. In welk bewustzijnsstadium.

Als vanzelfsprekendheid dwingen wordt
Het is dus niet natuurlijk en ondersteunt het kind niet in zijn gezonde ontwikkeling, om het kind vervroegd de individualiteit in te duwen. Bijvoorbeeld door het steeds te vragen wat het wil. Door het de ruimte te geven zich aan wezenlijke groepsgebeurtenissen te mogen onttrekken omdat het bijvoorbeeld geen zin heeft. Door het kind in zijn eentje tekeer te laten gaan in boosheid en groepsgebeurtenissen daardoor in de soep te laten lopen. Kortom; door het kind op de troon te zetten. Door het kind boven de groep uit te tillen. Belangrijker te maken dan het is, als onderdeel van de groep.

Kind dat zich niet meer kan inordenen
Als je het kind toch een hotspot hebt gegeven, vanuit goedbedoelde onwetendheid, krijg je dus een kind dat van alles wil, en van alles niet wil, de boel op stelten zet, maaltijden verziekt, weigert op te ruimen, zijn schoenen niet aan wil als het naar buiten moet, op een herinnering dat het een taak dient uit te voeren respectloos ‘Nee!’ zegt, geen dank je wel zegt als het wat krijgt, niet opstaat voor ouderen in de bus, niet hoffelijk en zorgzaam is voor anderen, etc. Ik doe maar een greep uit alle gedragingen die ik zo in de loop der jaren voorbij heb zien komen. Per kind kan het verschillen maar de belangrijkste drijfveer die ik zie bij kinderen die zo opgevoed zijn is: ‘Alles draait om mij en mijn leven. Jij bent welkom en leuk zolang je in mijn straatje past. Als ik last van je krijgt, maak ik stennis of ik trek de stekker uit het contact’.

En dan wordt het lastig. Dan sta je als ouder ineens oog in oog met je eigen impuls die in je opkomt: de lust om je kind te dwingen. Nu dreigt er wapengekletter. De ene wil tegen de andere.. strijd… En daar wilde je nu net niet zijn..

Dat soort dwingen is een fundamenteel ander ‘soort’ dwingen dan waar ik het over heb. Het gezonde gedrag van de volwassene dat ik beschrijf komt voort uit wijsheid en being.

Het idee dat je een kind niet mag dwingen komt voort uit de op hol geslagen mind.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13 gedachten over “Een kind dwingen

  1. Zeer interessant, waarvoor dank. Een praktische vraag die opkomt bij me: vanaf welke leeftijd heb jij je kinderen ‘alleen’ laten draven op stoep en konden zij luisteren? Wij wonen zelf in de grote stad, waardoor de huidige opties (kind van -2) lijken te zijn: of dragen en alleen lossen waar het écht veilig is (wat me nogal tegenstaat) of, jawel, hollen en draven om ongelukken te vermijden.

    • Zoals ik zei, Sarah, vanaf het moment dat mijn kind goed kon lopen en vanaf de eerste keer dat het op straat loopt, train ik het kind. Dus vanaf een jaar of 1. Ik woonde in Rotterdam met de eerste. Dus ik trainde het kind in de stad. Eerst in de wat rustige straten, dan in steeds drukker wordend. ‘Belonen’ gebeurde door blijdschap en plezier te delen als het kind goed naar me keek en gehoorzaamde.

  2. Fijn om te lezen. Hoewel ik er soms anders in sta dan jij, voel en begrijp ik wat je bedoelt. Ik voel ook de belemmerende overtuigingen in mezelf. De laatste tijd kom ik steeds meer in mijn eigen kracht en gaat het contact met onze dochter van 3.5 jaar weer vanzelf, gemakkelijk en bijna altijd zonder strijd (moeheid zorgt nog wel eens dat ik niet bij mezelf kan blijven). Maar ja, dan ons manneke van 11 maanden. Een heerlijk ventje, erg wakker al vanaf het begin. Maar ik loop dus weer met hem rond om bijna half 2 ’s nachts terwijl mijn man net ook al 2 uur met hem is bezig geweest en ik daarvoor ook al 1 uur. Wat we ook doen…hij slaapt niet…….We weten het niet meer. Vaak helpt de borst nog om in slaap te laten vallen, maar die wil hij ook steeds minder. En in bed leggen en laten huilen, om te laten zien/voelen dat het slaaptijd is en wij er klaar mee zijn, voelt echt niet oke en is ook schadelijk naar ons idee, het contact moet er wel blijven. Je kan een kind van 11 maanden niet dwingen om te slapen. Hoe meer je iemand hierin dwingt hoe minder het gaat slapen vanwege de adrenaline die in het lijf komt als tegenbeweging (en dat is bij een kind/volwassene die kan praten en begrijpen…een kind van 11 maanden voelt alleen de verwijdering en het uit contact gaan naar mijn idee). Ik ben erg benieuwd naar jouw zienswijze.

    • Om te kunnen slapen is het belangrijk dat het kind met de aandacht naar binnen gaat. Dat is voor mij een soort van contact verbreken met de wereld, in die andere dimensie in te gaan. Als er dan een ouderpaar naast zit dat weigert het contact te verbreken omdat dat schadelijk zou zijn, kan ik me voorstellen dat een kleine niet gaat slapen. Misschien is dat een ingang, Tanja om eens te bekijken. Vier uur lopen met een 11 maanden kind in de avond en nacht is niet gezond en gaat zijn tol eisen.

  3. Mooi artikel. Ik deel je visie grotendeels. Het kind beschermen als het om zijn veiligheid en gezondheid gaat.
    Ook de kijk op de groep en het natuurlijke habitat van een kind. Het kind wegwijs maken in de buitenwereld. Liefdevol aansturen.

    Zelf zou ik het woord dwingen niet gebruiken, omdat ik dat met gelegaliseerd geweld associeer. Gebruik maken van het feit dat je groter en sterker bent. Zelf zeg ik liever leiden, aansturen of een natuurlijk gezag uitstralen.

    • Helemaal met je eens, Sarah. Die woorden zijn ook mooier. Ik heb dit artikel echter geschreven, juist met het woord dwingen, omdat ik veel ouders ontmoet die een allergie hebben op het woord dwingen. Om te helpen helder krijgen dat een zeker dwang in veel situaties en komend in verschillende vormen, een noodzakelijk onderdeel moet zijn van je ouderschapskit.

      • Hoi, het is een helder en mooi artikel. Zoals je het beschrijft is het inderdaad heel natuurlijk.
        Inderdaad zijn er ouders die met de beste bedoelingen geen grens aan durven te geven en hun kind geen leiding geven. Het kind is op zichzelf aangewezen.

        Andersom zie ik ook veel. Kinderen (soms wel van vier jaar) die te pas en te onpas vastgebonden in een buggy zitten en niet de kans krijgen om wegwijs te worden in de buitenwereld. Zelfs op plaatsen waar geen auto’s rijden. Dan is er weer teveel dwang.

        Je artikel sluit goed aan op hoe ik het zie en voel. Streng zijn als het gaat om de veiligheid en gezondheid van het kind. Het kind leiden op een liefdevolle manier.
        Zo kan het ook stapjes zetten naar zelfstandigheid.

      • Wij hebben de kinderen nog nooit in een buggy gehad, realiseer ik me nu. In de doek of zelf lopen.

        Ik dwing de kinderen ook wel eens vanuit, wat jij dan noemt, omdat ik groot en sterk ben.. ik ben van nature de autoriteit in huis en er zijn momenten of omstandigheden dat het kind zich werkelijk aan dient te passen aan wat er gebeurt. Bijvoorbeeld bij opruimen. De regel hier is dat iedereen zijn eigen troep opruimt en hoe groter het kind, des te meer het meewerkt met taken in en rondom het huis. Als een kind zijn eigen troep niet opruimt dan hou ik het kind aan de regel. Dat zou je zonder meer dwingen kunnen noemen. Ik eis dat het kind zijn bende opruimt. Ik zet mijn autoriteit dan in. Dat is dat moet doen staat voor mij vast. De manier waarop ik het doe is zeer bepalend of ik vrede en orde in huis breng of het kind beschadig. De manier waarop ik het doe is 100% mijn verantwoordelijkheid. Ik kan dus mezelf nooit indekken door te zeggen: ‘Ik werd nu heel kwaad en dat komt door jou want jij hebt weer je zooi niet opgeruimd’. Als ik zo’n uitglijder maak zijn er twee die er met de pet naar gooiden. Het kind omdat het niet opruimde. En ik, omdat ik boosheid over het kind heen smeet en hem er nog verantwoordelijk voor maakte ook.

      • Heel mooi dat je je kinderen droeg of zelf liet lopen. Zo ben je je ook van je kinderen bewust, is er als vanzelf contact. Heel anders dan met een kinderwagen of buggy.

        Wat opruimen betreft kan ik je volgen.
        Een peuter kan zijn eigen ‘rommel’ misschien nog niet overzien. Dan helpt samen doen. Een voor een, dus bijv. eerst de blokken, dan de knuffels enz.
        Een kleuter of ouder kind kan al meer overzien en ook taken krijgen, (Een peuter soms ook, als hij graag meehelpt. Dan voelt hij zich ook nuttig. Bijvoorbeeld in de supermarkt. “Pak jij het brood maar.”). Naarmate het kind ouder wordt, kan het meer verantwoordelijkheid aan.

        Het maakt natuurlijk uit of de ouder vanuit macht (geweld) of kracht(energie) zijn gezag laat gelden.
        Volgens mij zit dat bij jou wel goed. Ook heel belangrijk dat je zelf verantwoordelijkheid neemt voor je gevoelens en de situatie.

        Fijn om zo open onze zienswijze te kunnen delen.

      • Ja, leuk je stem te horen. Ik heb mezelf verboden iedere vorm van negativiteit over een ander heen te storten, helemaal als het om de kinderen gaat, die in deze belangrijke jaren hun basisgroeven in hun mind-grammofoonplaat krijgen over wie ze zijn. Dat wil niet zeggen dat ik geen grove fouten heb gemaakt. Absoluut wel. Maar dat wordt ook openlijk besproken en hersteld, als dat kan.

  4. Beste Tanja,

    dank voor het delen van je ervaring. Ik begrijp uit je verhaal dat je zoontje niet alleen durft te slapen. Dus hij blijft wakker of wordt weer wakker zodra hij in zijn bedje wordt gelegd.

    Mensen zijn groepsdieren. Instinctief voelen ze zich veilig in de nabijheid van hun verzorgers. En als ze zich veilig voelen, gaan ze eerder slapen.
    In de wilde natuur is het levensgevaarlijk om als klein kind alleen achter gelaten te worden. Wij hebben huizen die ons beschermen, maar een baby weet dat nog niet.
    In de ouderlijke slaapkamer (bij mama en papa) zal hij zich waarschijnlijk eerder ontspannen en dus in slaap vallen, tot hij eraan toe is om op zijn eigen kamer te slapen. (Ook kinderen in een draagdoek vallen meestal uit zichzelf in slaap. Ze zijn dicht bij hun moeder/vader en kunnen hun eigen ritme vinden.) Maak het s’ nachts zo saai mogelijk, dus bijv. niet gaan spelen met hem, want dat is juist een reden om wakker te blijven.
    Vooral in de westerse cultuur is het gebruikelijk om baby’s in een kamertje achteraf te slapen te leggen. In de meeste andere culturen, slapen ouders samen met hun baby.

    Vriendelijke groeten,
    Sarah

    PS: voor vragen kun je me altijd bereiken via dit e-mailadres: redactie@dus-sarah-morton.info

  5. Pingback: Een kind leiden of een kind lijden? | Kind-Zijn

  6. Pingback: Een kind leiden of een kind lijden? - Kind-Zijn

Plaats een reactie